Menu
;

Ziektekiemen, bacteriën en virussen

Wat is het verschil?

We weten allemaal dat ziektekiemen, bacteriën en virussen een risico vormen voor onze gezondheid en dat we ons lichaam en onze ruimtes schoon moeten houden om besmetting te voorkomen. Tegenwoordig zien we vaak dat de woorden door elkaar worden gebruikt in het nieuws en de communicatie. Maar dat zou niet moeten! De woorden betekenen heel verschillende dingen. Wij leggen graag het verschil uit.

Over microben

Laten we het eerst eens hebben over microben (ook wel micro-organismen genoemd). Microben zijn levende organismen die te klein zijn om met het blote oog te zien. Ze leven in water, bodem en lucht. Ook het menselijk lichaam heeft er enkele. Sommige microben zijn gevaarlijk voor onze gezondheid en kunnen ons ziek maken, terwijl andere juist goed voor ons zijn. De meest voorkomende microben zijn bacteriën, protozoën, schimmels en virussen (een virus zelf is meestal geen microbe, omdat het als niet-levend wordt beschouwd. Maar zodra een virus een gastheer binnendringt, kan het groeien en zich voortplanten. Er is veel discussie over de vraag of een virus een micro-organisme is, en voor nu gaan we ervan uit dat het dat is).

Ziektekiemen

Dit is een woord dat we veel lezen. Logisch ook, want het is eigenlijk een soort overkoepelende term voor veel dingen. Het is eigenlijk hetzelfde als microben (micro-organismen). Ze kunnen op de volgende manieren verspreid worden:

  • Direct contact met een besmet persoon
  • Indirect contact met oppervlakken (bijv. deurknoppen, koffiepot op het werk, een openbare gootsteen)
  • Druppels van lichaamsvloeistoffen (bv. overgedragen via niezen, bloed of hoesten)
  • Bevalling (van moeder op kind)
  • Insecten- of dierenbeten
  • Besmet voedsel of water
  • Seksueel contact

Bacteriën

Laten we beginnen met het feit dat niet alle bacteriën slecht zijn. Ons lichaam heeft zelfs verschillende bacteriën nodig om de boel in onze darmen in balans te houden. Goede bacteriën gebruiken voedingsstoffen uit ons voedsel en maken afval van wat er overblijft. Maar er zijn ook slechte bacteriën die infecties veroorzaken, zoals oorontsteking, keelpijn, gaatjes en longontsteking

Protozoa

Proto-wat? De uitspraak is: pro-toh-ZOH-uh. Eencellige organismen die van vocht houden (zoet water, zeemilieu en bodem). Ze kunnen ziekten verspreiden via water, insectenbeten (bv. mug en tseetseevlieg) en in sommige gevallen via menselijk contact of voedsel. Besmetting met protozoa kan leiden tot darminfecties, zoals malaria en dysenterie.

Schimmels

Schimmels zijn plantachtige (meercellige) organismen. In tegenstelling tot planten kunnen ze hun eigen voedsel niet maken uit water, grond, licht en lucht. Ze krijgen hun voedsel van mensen, planten en dieren. Schimmels vind je meestal op donkere, warme en vochtige plaatsen. Er zijn twee soorten schimmels, (1) omgevingsschimmels, die bekend staan als schimmel en gist, en (2) commensalen, die op ons leven. Schimmelsporen kunnen ons lichaam binnendringen via de longen (ademhaling) of onze huid (contact) en zijn vooral schadelijk voor mensen met een verzwakt immuunsysteem. Voorbeelden zijn voetschimmel, ringworm en gistinfecties.

Virussen

We hebben de laatste tijd veel gehoord over virussen en weten allemaal dat ze ons ziek kunnen maken. Een virus moet in een levende cel zitten (zoals mensen, dieren of planten) om te kunnen groeien en zich voort te planten. Bekende door virussen veroorzaakte ziekten zijn COVID-19, waterpokken, griep, verkoudheid en mazelen. Zodra een virus een gastheer binnendringt, verspreidt het zich vaak snel. Virussen kunnen korte tijd overleven op oppervlakken zoals deurknoppen, bureautelefoons en andere aanrakingspunten, dus daarom is handen wassen zo belangrijk. Ze kunnen zich soms ook verspreiden via aërosols, vooral binnenshuis.

Hoe blijft u veilig voor ziektekiemen

Om te voorkomen dat u ziek wordt of andere mensen besmet, zijn er enkele dingen die we allemaal kunnen doen om de verspreiding van ziektekiemen te voorkomen.

  • Houd afstand van anderen (bij voorkeur 1,5 m of 6ft)
  • Was uw handen vaak
  • Bedek uw mond en neus wanneer u niest of hoest (bij voorkeur met uw elleboog)
  • Draag een gezichtsmasker op drukke plaatsen
  • Raak uw gezicht niet aan!
  • Blijf thuis als u ziek bent
  • Reinig en desinfecteer regelmatig oppervlakken en besteed extra aandacht aan aanrakingspunten (deurknoppen, de knoppen van het fotokopieerapparaat op kantoor, lichtschakelaars, enz.)